Nieuwe huurwetgeving - huurwaarborg
Sinds 1 januari 2019 is het nieuwe Vlaamse Woninghuurdecreet in voege gegaan. Dit decreet is van toepassing op alle huurovereenkomsten voor een woning die de huurer als zijn hoofdverblijfplaats bestemt en ondertekend zijn vanaf 1 januari 2019. Indien u een huurovereenkomst heeft ondertekend voor deze datum dan valt u nog onder de federale woninghuurwet.
Voorbeeld :
- Heeft u een woninghuurovereenkomst ondertekend op 18 december 2018 met aanvang op 1 januari 2019, dan is de federale woninghuurwetgeving nog van toepassing.
- Heeft u een woninghuurovereenkomst ondertekend op 2 januari 2019 met aanvang op 5 januari 2019, dan is het nieuwe Vlaamse Woninghuurdecreet van toepassing.
In het vorige artikel bespraken we reeds de
opzegmogelijkheden bij een huurovereenkomst van korte duur. In dit artikel lijsten we de nieuwe regelgeving op betreffende het plaatsen van een huurwaarborg.
Tot voor kort waren er verschillende mogelijkheden om een huurwaarborg te stellen. Zo kon de huurder een geldsom (maximaal
2 maanden huur) deponeren op een geïndividualiseerde
geblokkeerde rekening op zijn naam, werken met een
bankwaarborg waar het bedrag maximaal
drie maanden huur kon zijn of de huurder kon een waarborg stellen via een
kapitalisatiebon waar het geblokkeerde bedrag in onderling over kon bepaald worden.
Voor huurovereenkomsten ondertekend vanaf 1 januari 2019 moet de verhuurder er rekening met houden dat een huurwaarborg nooit meer mag bedragen dan
drie maanden huur en dat deze enkel kan worden samengesteld op één van onderstaande manieren.
- De geïndividualiseerde rekening : men plaatst de waarborg op een geblokkeerde bankrekening op naam van de huurder.
- De zakelijke zekerheidsstelling : de huurder stelt een zakelijke zekerheidsstelling bij een financiële instelling op zijn naam. Dit kan bijvoorbeeld een kapitalisatiebon of een obligatie zijn. Een zeer gekend voorbeeld hiervan is Korfine. Bij Juno Vastgoed werkten wij al met deze zekerheidsstelling onder de oude huurwet en met het nieuwe woninghuurdecreet blijft dit zeker en vast zo.
- De bankwaarborg door tussenkomst van OCMW : wanneer een huurder moeilijkheden heeft om de huurwaarborg te betalen, dan kan die terecht bij het OCMW die op hun beurt een verzoek zal indienen bij een financiële instelling.
- De borgstelling : de huurder kan vragen dat iemand anders zich borg stelt voor zijn huurdersverplichtingen. Indien de eigenaar akkoord gaat zal de borg moeten instaan voor alle plichten van de huurder, zoals het betalen van huurschade en huurachterstand.
De
interesten die een huurwaarborg opbrengt worden steeds gekapitaliseerd
ten voordele van de huurder!
Meer info kan u vinden op
website van Woninghuur Vlaanderen.
Bron : www.vlaanderen.be